31 augustus 2007

les 31/8

VIND DE PERSOONSVORM IN EEN ZIN
Een klein groepje was het vandaag. Wij hebben gezocht naar het werkwoord in de zin. Dat valt nog niet mee, want zinsontleden is nieuw voor groep 5. Anne verzon een zin met het werkwoord STAAN: "STAAN mag niet in de klas". Wat is het werkwoord in de zin? Tja, dat is MAG. We gaan een truucje leren om in ieder geval de persoonsvorm in de zin te vinden:
Gebruik alle woorden uit de zin en:
1. verander de tijd van de zin >het woord dat verandert is de pv. (Ik ga naar huis > Ik ging naar huis)
2. maak een vraagzin >het woord dat vooraan komt te staan is de pv.(Hij vindt chocola lekker > Vindt hij chocola lekker?)
3. verander het aantal van het onderwerp > het woord dat verandert is de pv. naast natuurlijk het onderwerp zelf (De man loopt > De mannen lopen)
Hier zullen we nog even mee blijven oefenen.
Huiswerk voor deze week is opgave 2 van hoofdstuk 2 uit Taaljournaal: Professor Plotvinder. Doe je best en verzin zoveel mogelijk woorden!

Geen opmerkingen: